Noordzeekanaalgebied

Sonneborn-plant manager Floris Hekster over regie en snelheid energietransitie: ‘Moet nationaal belang worden’

De energietransitie draagt niet alleen bij aan een duurzamere wereld, het is volgens Floris Hekster ook dé kans voor bedrijven om op detailniveau werkwijzen en processen te optimaliseren. Als het aan de plant manager van Sonneborn ligt, mag er dan ook nóg meer ‘energie in de transitie’. Wat heeft het chemiebedrijf zelf voor stappen gezet het afgelopen jaar?

Het metersgrote Sonneborn-logo is een baken van herkenning op het fabrieksterrein aan de Mainhavenweg in Amsterdam. Goedgeluimde medewerkers in veiligheidskleding lopen op de groen belijnde looppaden. Busjes rijden op en af langs de metershoge, met letters en cijfers gecodeerde tanks met vloeibare olie, petrolatum en was. “Wel binnen de lijnen blijven, dat voorkomt ongevallen”, benadrukt Hekster, tevens gehuld in blauwe softshell jas, veiligheidsbril, helm en schoenen met stalen neus. De plant manager is sinds vijf jaar verantwoordelijk voor de dagelijkse operatie van de fabriek van 9 hectare, die hij liefkozend het ‘poppenhuisje’ noemt. “Voor sommige begrippen zijn we maar klein.”

Floris Hekster, plant manager Sonneborn. Foto Joanne de Lijster.

Toch is het chemiebedrijf een grote energieverbruiker in het Noordzeekanaalgebied. Sonneborn levert geraffineerde aardolieproducten over de hele wereld, die als drager worden gebruikt voor bijvoorbeeld zonnebrand, lipbalsem, ontstekingsremmende crèmes en antibiotica. Het Amerikaanse energiebedrijf HF Sinclair, dat Sonneborn in 2019 overnam, is voornemens om de netto-uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met een kwart te verminderen.

Kosten

Om deze doelstelling te bereiken, bekijkt Sonneborn de mogelijkheid om energie af te nemen van het Afval Energie Bedrijf (AEB) Amsterdam. Het afvalverwerkingsbedrijf in de Amsterdamse haven genereert stoom, die vrijkomt bij de verbranding van afval, voor het opwekken van energie voor huishoudens en bedrijven.

Het onderzoek naar de haalbaarheid is zo goed als afgerond. Conclusie: de kosten voor het aanleggen van een pijpleiding van AEB naar Sonneborn zijn te hoog. “We kunnen deze kosten vooralsnog niet delen met andere bedrijven in de omgeving. Het zou fijn zijn als de overheid subsidie vrijmaakt. Ons huidige gasnetwerk is ook gefinancierd door het Rijk”, stelt Hekster, die tevens in de Raad van Advies zit van TET Energy Transition, een inspiratieplatform van verschillende bedrijven binnen de energietransitie.

Plantaardige producten

Een andere reductiemaatregel is het verwarmen van de tanks op het terrein met behulp van heet water in plaats van stoomverwarming. Hierdoor gaat er veel minder energie verloren. “Deze manier van verwarmen is ook beter voor de kwaliteit van onze producten en de veiligheid en betrouwbaarheid van bedrijfsmiddelen. Een mooie bijvangst.” Ook de marktvraag dwingt Sonneborn anders naar de productie te kijken. De focus verschuift, vooral bij persoonlijke verzorging en voeding, van traditionele, op minerale oliën gebaseerde producten naar natuurlijke.

Deze manier van raffinage is nog volop in ontwikkeling, wat Hekster illustreert met twee soorten lippenbalsem: één gemaakt van minerale oliën en de ander plant-based. “Je voelt het verschil bijna niet hè? Toch bereik je met plantaardige producten nog niet altijd dezelfde inertheid als met minerale oliën. Met andere woorden: natuurlijke producten zijn niet automatisch vrij van stoffen waarvan je lichaam bijvoorbeeld een allergische reactie kan krijgen.”

Het fabrieksterrein van Sonneborn aan de Mainhavenweg in Amsterdam. Foto Joanne de Lijster.

Andere keuzes

Sonneborn neemt ook deel aan het initiatief Roadmap Energietransitie Haven Amsterdam (REHA), een soort routekaart met visie en strategie om de overgang van fossiele brandstof naar duurzame energie in beweging te zetten en houden. Het chemiebedrijf is daarnaast onderdeel van het Cluster Energie Strategie (CES) binnen het Noordzeekanaalgebied. Maar regels en procedures halen volgens Hekster de vaart uit de energietransitie. Ook wordt elektrificatie steeds lastiger vanwege de achterstand in de aanleg van de energie-infrastructuur, gestegen kosten voor het gebruik van het elektriciteitsnet en de hoogte van de (energie)belasting vergeleken met andere landen.

“Als Nederland haar reductiedoelstellingen wil halen, moeten we andere keuzes durven maken”, zegt Hekster stellig. “Neem nu de stikstofemissies die voor een vertraging zorgden van de vergunningen voor CO2-opslag onder de Noordzee. Dit weegt toch niet op tegen de langetermijnvoordelen van het Porthos-project? Veel mooie initiatieven komen moeilijk van de grond, vanwege de veelheid aan eisen waaraan moet worden voldaan.”

Dat bouwen wél snel kan, daarvan is de Groningse LNG-terminal een voorbeeld, onderstreept Hekster. Om het verlies aan Russisch gas als gevolg van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne te compenseren, legde Gasunie in samenwerking met Groningen Seaports, bouwbedrijven en verschillende overheden binnen 200 dagen een drijvende LNG-terminal met vloeibaar gas aan in de Groningse Eemshaven. Anders zouden gezinnen en industrieën zonder gas komen te zitten.

“Het kán dus wel. De energietransitie moet ook nationaal belang worden.”

Gelijk speelveld

Europese besluiten en een gelijk speelveld voor de industrieën in Europa met gelijke kosten: dát is wat de energietransitie volgens Hekster nodig heeft om te slagen. Samenwerking en bewustzijn zijn het laatste zetje. “Ik blijf graag hoogwaardige en betaalbare producten leveren voor de farmaceutische, cosmetische, technische en voedingsmiddelenindustrie.” Hij vervolgt: “Om dit zo duurzaam mogelijk te produceren, streven we naar schone, betaalbare en hernieuwbare energiebronnen. De prijs en de beschikbaarheid bepalen uiteindelijk of dit ook haalbaar is. Het is fijn dat het Programmabureau Noordzeekanaalgebied een brug slaat tussen alle partijen en belangen in het gebied.”

Kader

Sonneborn Refined Products is een producent van geraffineerde aardolieproducten, die wereldwijd onder meer worden gebruikt voor toepassingen in de farmacie, persoonlijke verzorging, voeding en techniek. De producten worden als halffabricaten geleverd aan industriële afnemers in met name Europa, Afrika en het Midden-Oosten. Het chemiebedrijf heeft een vestiging in Nederland (Amsterdam) waar zo’n 180 mensen werken. In 2019 is het onderdeel geworden van HF Sinclair, een geïntegreerd energiebedrijf gevestigd in Dallas, Texas.