Noordzeekanaalgebied

Is een energyhub het energiesysteem van de toekomst? ‘We zijn met elkaar aan het pionieren’

Dat energie niet altijd meer vanzelfsprekend is, merkt ook het bedrijfsleven in de gemeente Zaanstad. De oplossing voor netcongestie ligt volgens projectleider energyhubs Hanna Lange niet alleen in de aanleg van nieuwe kabels en transformatoren, maar vooral in slimmer gebruik van wat er wél beschikbaar is. Samen met Marjolijn Bonnike, relatiemanager bij Liander, werkt ze bij de gemeente Zaanstad aan het toekomstbestendig maken van Zaanse bedrijventerreinen door middel van energyhubs. Hoe verloopt de realisatie?

Meten is weten, luidt het aloude credo en dat geldt ook voor energyhubs. Deelnemende Zaanse bedrijven gaan straks via een systeem hun energieverbruik monitoren en kunnen daarmee de opwek, transport, opslag, conversie en het gebruik op elkaar afstemmen. Hierdoor bereiken bedrijven niet allemaal tegelijkertijd hun maximale piekbelasting.

“Op deze manier hoeft energie niet tegelijk het overvolle elektriciteitsnet over”, vertelt Lange, die vorig jaar als trekker van dit project is gestart bij de gemeente Zaanstad. “Het ene bedrijf heeft bijvoorbeeld ’s morgens veel stroom nodig, terwijl de ander in de middag pas aan topverbruik zit. Door dit op elkaar af te stemmen en slimme sturing toe te passen, wordt het stroomnet optimaal gebruikt. Daarnaast kan het slim gebruikmaken van het bestaande elektriciteitsnet ook uitkomst bieden voor het creëren van meer ruimte voor andere opgaven, zoals woningbouw.” Volgens het ministerie van Klimaat en Groene Groei past een energyhub dan ook naadloos in het decentrale energiesysteem van de toekomst.

Verkenningsfase

De eerste energyhub werd een aantal jaar geleden gerealiseerd op Schiphol Trade Park. Inmiddels zijn in ons land bijna 1.200 potentieel succesvolle locaties voor energyhubs geïdentificeerd, waaronder een aantal bedrijventerreinen in de Zaanstreek, namelijk HoogTij, Zuiderhout, de Achtersluispolder langs het Noordzeekanaal, en aan de Zaan op bedrijventerrein Noorderveld.

Lange: “Op HoogTij zijn twaalf bedrijven enthousiast om mee te doen aan de verkenningsfase, waarin de energieprofielen, het flexibel vermogen en de toekomstplannen van het bedrijf worden geïnventariseerd. Zodra de uitkomsten bekend zijn, gaan we met de deelnemende bedrijven in gesprek over een volgende stap, zoals de bereidheid om in de toekomst productietijden op elkaar af te stemmen.”

De voedingsmiddelenindustrie en de logistieke sector zijn vooralsnog de twee grootste deelnemers op dit terrein.

Op Noorderveld worden zeven bedrijven, onder leiding van energiecoöperatie SAENZ, zelfs al bemeterd. Hiermee wordt in kaart gebracht welke bedrijven op welk moment van de dag opstarten en dus een piekmoment hebben.

Kans

“Veel bedrijven zien het als een kans”, merkt Bonnike, die vanuit Liander aanwezig was bij een informatiebijeenkomst op HoogTij afgelopen september:

“Ondernemers zullen altijd proberen om naar oplossingen te kijken. Een energyhub is een slimme manier om ten tijde van netcongestie met elkaar te werken aan mogelijkheden. Samen kun je meer dan alleen. En de verduurzaming van de samenleving lukt alleen als de energievoorziening op orde is.”

Lange onderstreept vooral het maatschappelijke belang:

“Bedrijven zijn met een energyhub ook minder afhankelijk van internationale ontwikkelingen die van invloed zijn op bijvoorbeeld de gasprijzen, waardoor ze economisch minder kwetsbaar zijn.”

De projectleider is dan ook voorzichtig trots op de tot nu toe gezette stappen: “We zijn met elkaar aan het pionieren en kunnen in Zaanstad een voorbeeld zijn voor de rest van Nederland.”

Hanna Lange (links) en Marjolijn Bonnike (rechts). Foto’s Joanne de Lijster.

Onzekerheden en risico’s

Toch brengt de realisatie van een energyhub ook onzekerheden en (financiële) risico’s met zich mee voor het bedrijfsleven. Want als een piek nadert, moeten er onderling goede afspraken liggen wie kan opschalen en wie zijn bedrijfsprocessen naar beneden moet bijstellen. Daarnaast kost de realisatie tijd, de oplossing voor netcongestie ligt er dan ook niet morgen en bedrijven worden afhankelijk van elkaar.

Ook liggen de groepscontracten er nog maar vrij recent. En dan leeft er nog de breed gedragen vraag: wordt de investering uiteindelijk terugverdiend.

Stimuleren

Om een deel van de financiële zorgen weg te nemen, stelt de gemeente Zaanstad ruim drie ton beschikbaar voor het project van energiecoöperatie SAENZ op Noorderveld. Hiermee hoopt de gemeente een versnelling in gang te zetten ten aanzien van het oplossen van de netcongestieproblemen en de kennis via het Zaanse bedrijvenloket voor verduurzaming te delen met andere bedrijventerreinen. Daarnaast stimuleert het Provinciale Herstructureringsmaatschappij Bedrijventerreinen (PHB) het initiatief op HoogTij door kosteloze advisering en begeleiding.

Ook hebben zowel bedrijventerreinen HoogTij als Noorderveld subsidie van de provincie Noord-Holland gekregen. De provincie Noord-Holland selecteerde 12 projecten en 9 projecten voor de Plan- en ontwerpfase. Het Zaanse bedrijventerrein HoogTij krijgt voor de verkennende fase ondersteuning van een hubregisseur en middelen voor specifieke expertise zoals data-analyse, technisch, juridisch en/of organisatorisch advies. Bedrijventerrein Noorderveld krijgt middelen voor de plan- en ontwerpfase.

“Een aantal bedrijven in de Zaanstreek is een grote energieverbruiker. Door hen als gemeente goed te faciliteren met de realisatie van een energyhub, kunnen we de CO2-impact verminderen”, stelt Lange. “Daarnaast hopen we natuurlijk als gemeente dat we de bedrijven op deze manier in de Zaanstreek helpen behouden en daarmee de werkgelegenheid.”

De persoonlijke verhalen zijn opgehaald door Jiska Kroon.

Meer informatie

Persoonlijke interviews:

TenneT-projectleider Levi Kulhan over hoogspanningsstation A9 Zuid

Roon van Maanen van Port of Amsterdam over netcongestie in het havengebied en de stad

Omgevingsmanager Manon Raats over wind op zee

Ecowende-directeur Tjalling de Bruin over de Energiehaven IJmond