Noordzeekanaalgebied

Het Noordzeekanaalgebied krijgt definitief NOVI status

De komende jaren trekken Rijk en regio gezamenlijk op om de grote opgaven in het NZKG aan te pakken. Dat is de uitkomst na de aanwijzing van het NZKG als NOVI-gebied in het kader van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). Eind deze maand bekrachtigt minister Ollongren de definitieve aanwijzing van het NZKG als NOVI gebied in een brief aan de Tweede Kamer.

Luchtfoto van een bedrijventerrein in de IJmond.

Afgelopen jaar greep het Bestuursplatform NZKG de kans om samen met het Rijk op te trekken met beide handen aan. Na het indienen van een propositie werd het NZKG aangewezen als voorlopig NOVI-gebied. Dat het NZKG nu definitief deze status heeft is goed nieuws. De opgaven die in het NZKG spelen zijn divers en complex en van nationaal belang. Door deze samen met het Rijk op te pakken kunnen de opgaven verder worden gebracht.

Zita Pels, voorzitter van het Bestuursplatform NZKG is blij met de toekenning van de NOVI-status: “Het NZKG is een gebied waar ongekend veel druk is op de beschikbare ruimte. We staan voor de uitdaging om alle opgaven een plek te geven. We kunnen dit nu dankzij de NOVI-status samen met het Rijk en alle deelnemers in het NZKG op een grondige manier aanpakken.”

Het uitgangspunt uit de Visie NZKG 2040 – het leveren van een zo groot mogelijke bijdrage aan het verbeteren van de internationale concurrentiepositie van de Metropoolregio Amsterdam en daarmee ook aan de regionale en nationale economie – blijft overeind. Aanvullend op de Visie NZKG 2040, waarin ruimtelijke functies op het gebied van haven en havenlogistiek, industrie, wonen, bereikbaarheid, natuur- en recreatie samenkomen, liggen er ook grote opgaven ten aanzien van de energietransitie, circulaire economie, vergrote en versnelde woningbouwopgaven en klimaatadaptief waterbeheer.

Samenkomst van opgaven
Door de aanwezige energievoorzieningen, de ligging aan zee en de aanwezige industrie wordt het NZKG als hét knooppunt voor duurzame energie in de Metropoolregio Amsterdam gezien. Ook speelt het Noordzeekanaal, als een van de hoofdvaarwegen, een rol in het zoeken naar maatregelen ten behoeve van klimaatadaptief waterbeheer. Naast de bovengenoemde opgaven zijn er havengebieden in het NZKG als transformatiegebieden aangewezen, waar een mix van bedrijvigheid en woningbouw moet worden gerealiseerd. Er komen dus veel functies bij elkaar. Functies die om een gezamenlijke behoefte aan fysieke-, nautische- en milieu ruimte vragen. Sommige functies vullen elkaar aan en kunnen elkaar versterken. Denk aan kansen op het gebied van circulaire economie door de nabijheid van een grootstedelijk gebied en de aanwezigheid van maakindustrie. Ook zijn er functies die lastiger met elkaar te verenigen zijn waardoor spanningen ontstaan, bijvoorbeeld als het gaat om het realiseren van woningen in havengebieden waar de veiligheid en gezondheidsaspecten belangrijk zijn. Om alle functies te verenigen, moeten er gezamenlijke keuzes gemaakt worden.

Gezamenlijk aan het werk
De eerste stap van de gezamenlijke inspanning is een plan van aanpak dat beschrijft hoe de verschillende vraagstukken in het NZKG worden uitgewerkt, met een ruimtelijke gebiedsuitwerking en uitvoeringsstrategie als resultaat. In een viertal werkgroepen, te weten vestigingsbeleid, fysieke en milieu ruimte, gezondheid en leefbaarheid en stikstof, wordt informatie verzameld en zo nodig onderzoek verricht. Uiteindelijk worden in ontwerpsessies ruimtelijke ontwikkelmogelijkheden verkend. De deelnemende partijen van het Bestuursplatform NZKG gaan hier samen met de ministeries van EZK, BZK en I&W invulling aan geven. De planning is om halverwege 2022 het eindproduct te presenteren.

Achtergrond NOVI gebieden
Met de NOVI geeft het Rijk een lange termijn visie op de toekomst en de ontwikkeling van de leefomgeving in Nederland. Een van de uitvoeringsinstrumenten die de NOVI noemt, is het aanwijzen van NOVI-gebieden. Dit zijn gebieden waarin complexe, omvangrijke en urgente opgaven en verschillende nationale belangen uit de NOVI samenkomen en waarbij overheden meerdere jaren verbonden zijn en toewerken naar de echte gezamenlijke uitvoering van de verschillende opgaven. Bij de inzet van het Rijk wordt onder andere gekeken of er extra ruimte in de regelgeving nodig is.